Naar inhoud springen

Regensburglezing

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Paus Benedictus XVI

De Regensburger lezing of Regensburger rede is een lezing die paus Benedictus XVI hield op 12 september 2006 aan zijn Alma Mater, de universiteit van Regensburg in Duitsland. De lezing was getiteld Glaube, Vernunft und Universität. Erinnerungen und Reflexionen (Geloof, ratio en universiteit. Herinneringen en beschouwingen).

Hoewel de rede voornamelijk ging over het gebruik van logos in het christendom, maakte de paus enkele verwijzingen naar de islam. Hij haalde een boek aan van de Duitse theoloog Theodore Khoury. Hoewel de paus dus niet rechtstreeks kritiek op de islam leverde, deed een van zijn bronnen dat wel.

Benedictus citeerde enkele zinnen uit een betoog van de erudiete Byzantijnse keizer Manuel II Palaeologus in een dialoog met "een geleerde Pers", en uit waarnemingen over dit betoog, gemaakt door Theodore Khoury.

Het omstreden citaat luidt:

"Zonder te veel details aan te halen, zoals het verschil in behandeling van degenen die het "Boek" hebben (de "gelovigen") en de "ongelovigen", richt hij zich bruusk tot zijn gesprekspartner met de centrale vraag over het verband tussen godsdienst en geweld in het algemeen. Hij zegt: 'Laat mij zien wat Mohammed voor nieuws heeft gebracht en je zult er slechts slechte en onmenselijke dingen vinden, zoals zijn gebod om het geloof dat hij predikte te verspreiden met het zwaard.' Nadat de keizer zich zo krachtig heeft uitgesproken, verklaart hij vervolgens tot in detail de redenen waarom het verspreiden van het geloof door middel van geweld onredelijk is. Geweld is onverenigbaar met het wezen van God en het wezen van de ziel. 'God', zegt hij, 'houdt niet van bloed. En op een onredelijke manier handelen is tegengesteld aan het wezen van God'. Wie iemand tot het geloof wil brengen, heeft de gave nodig om behoorlijk te kunnen spreken en juist te redeneren, zonder geweld en zonder dreigementen. Om een redelijke ziel te overtuigen, heeft men geen sterke arm, of wapens of andere middelen nodig, waarmee men iemand met de dood kan bedreigen".

Benedictus gebruikte het argument van Manuel II om het christelijk standpunt dat "niet-rationeel gedrag tegenstrijdig is met Gods natuur" te onderstrepen. De paus zei in zijn rede dat het christendom altijd een vorm van logos heeft gebruikt. De citaten die de paus selecteerde, kunnen zo geïnterpreteerd worden dat het christendom dit wel kende maar de islam niet. Daarbij wees de paus ook op tendensen in de middeleeuwse theologie, die de transcendentie van God zozeer benadrukken dat Gods handelen niet meer rationeel te benaderen zou zijn. Benedictus kritiseert vanuit zijn opvatting dat gelovig handelen in overeenstemming moet zijn met de rede ook het moderne denken, waarin geloof en rede tegen elkaar worden uitgespeeld en uiteindelijk van elkaar gescheiden.

In zijn rede haalde de paus één islamitische geestelijke aan, de Andalusische geestelijke Ibn Hazm. Aan de hand van de mening van Ibn Hazm concludeerde de paus dat de islam logos niet als het belangrijkste kenmerk van het geloof ziet.

De lezing van Benedictus riep hevige reacties op uit in een groot deel van de islamitische wereld, maar ook in de westerse wereld.[bron?] De Turkse premier Erdogan vroeg zaterdag om uitdrukkelijke excuses van de paus, die in november Turkije zou bezoeken.[1]

In een reactie van het Vaticaan van 16 september 2006[2] liet de paus weten dat hij met zijn uitspraak de moslims niet had willen beledigen. Hij wilde juist een openhartige en respectvolle dialoog op gang brengen.

Protesten, aanvallen en bedreigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Er vonden verscheidene aanvallen op christenen plaats in de wereld. In Gaza en de Westelijke Jordaanoever werden vijf kerken aangevallen.[3] In Mogadishu, de hoofdstad van Somalië, werd Leonella Sgorbati, een 65-jarige Italiaanse non, doodgeschoten.[4] In Irak werd een priester ontvoerd en onthoofd.[5]

Al Qaeda en andere terroristische organisaties uitten bedreigingen naar aanleiding van de Regensburger lezing.[6] De Iraakse militie, Jaich al-Moedjahedin, kondigde op het internet aan aanslagen in Rome en Vaticaanstad te zullen plegen.[7] Het Pakistaanse Lashkar-e-Taiba vaardigde een fatwa uit, waarin de moslimgemeenschap werd opgeroepen paus Benedictus XVI te vermoorden.[8]

[bewerken | brontekst bewerken]