Ich geh und suche mit Verlangen
Uiterlijk
Ich geh und suche met Verlangen (BWV 49) is een religieuze cantate van Johann Sebastian Bach.
Programma
[bewerken | brontekst bewerken]Deze cantate is geschreven voor de 20e zondag na Trinitatis (is de zondag na Pinksteren) en weerklonk voor het eerst op 3 november 1726.
Bijbellezingen:
- Brief van Paulus aan de Efeziërs 5:15–21
Tekst
[bewerken | brontekst bewerken]Dit werk bestaat uit zes delen.
- Sinfonia
- Aria (bas): Ich geh' und suche mit Verlangen
- Recitativo (sopraan, bas): Mein Mahl ist zubereit't
- Aria (sopraan): Ich bin herrlich, ich bin schön
- Recitativo (sopraan, bas): Mein Glaube hat mich selbst so angezogen
- Aria/Chorale (sopraan, bas): Dich hab' ich je und je geliebet
Muzikale bezetting
[bewerken | brontekst bewerken]Orgel, violoncello piccolo, oboe d'amore, viool I/II, altviool, basso continuo.
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- BWV 49 Werkbespreking met tekst, vertaling en verwijzingen naar partituur en registraties, bijeengebracht door Eduard van Hengel
- Bespreking van deze cantate door Johan Nieuwkerk